(Uit: Praktijkonderzoek Eva Roose)
CLIL-vak: Lichamelijke Opvoeding
Graad: 1ste graad
Sleutelcompetentie: Lichamelijke en geestelijke gezondheid
Eindtermen:
1.9 De leerlingen voeren, conform de bewegingsnorm en rekening houdend met hun eigen fysieke capaciteiten, op veilige wijze bewegingen en activiteiten uit in verschillende omgevingen met nadruk op plezier en beweging en sport.
1.10 De leerlingen voeren basistactieken toe in verschillende spelvormen en binnen elke groep van sporten.
1.11 De leerlingen aanvaarden winst en verlies in beweging en sport.
1.12 De leerlingen hanteren principes van fairplay en teamspirit met nadruk op plezier en beweging en sport.
Sleutelcompetentie: Andere talen
Eindtermen:
3.1 De leerlingen zijn gemotiveerd voor taal m.i.v. cultuur, lezen, schrijven, luisteren en inzicht in het taalsysteem. (attitudinaal)
3.5 De leerlingen produceren schriftelijke teksten in functie van doelgerichte communicatie.
3.6 De leerlingen nemen deel aan mondelinge interactie in functie van doelgerichte communicatie.
3.8 De leerlingen gebruiken kenmerken, mogelijkheden en principes van vreemde talen als communicatiemiddelen in functie van doelgerichte communicatie.
Doeltaal: Frans
Lesonderwerp: zwemmen (uithoudingszwemmen)
Taalvaardigheid: luistervaardigheid (instructie begrijpen) / mondelinge interactie / schrijfvaardigheid
Samenwerking met taalleraar:
TIP 2 Planning – Ga samen zitten om je jaarplanning te bekijken
Focus voor de CLIL-leraar:
Spreekkansen creëren.
Doelen
Lichamelijke Opvoeding:
- De leerlingen passen, rekening houdend met hun fysieke capaciteiten, technieken en geleerde vaardigheden toe om eenvoudige, samengestelde en complexe zwembewegingen uit te voeren (bewegingsgebonden).
- De leerlingen ontwikkelen, rekening houdend met hun capaciteiten, op fitheid gebaseerde motorische eigenschappen: kracht, lenigheid, uithouding, snelheid, coördinatie, evenwicht, vormspanning en rompstabiliteit (bewegingsgebonden).
- De leerlingen gaan, op veilige wijze, in op uitdagingen, leveren inspanningen en zetten zich in om hun grenzen te verleggen (sociale competentie).
- De leerlingen hanteren principes van fairplay, teamspirit en gaan positief om met winst en verlies (sociale competentie).
- De leerlingen ervaren voldoening of beleven plezier in bewegen.
Taal:
- Leerlingen kunnen schriftelijk correcte zinnen formuleren met opgegeven woorden.
- Leerlingen overleggen per twee om door collega’s neergeschreven zinnen te verbeteren.
Context
Tijdens de CLIL-les Lichamelijke Opvoeding (zwemmen) wordt de klasgroep opgedeeld in twee groepen. De ene groep heeft een praktijktest die wordt afgelegd, de andere groep werkt rond (zwem)uithouding.
De leerkracht Frans
krijgt de kans om op een speelse manier een link te leggen tussen vocabulaire uit de lessen Frans en de les Lichamelijke Opvoeding en gaat aan het werk met de leerlingen die op dat moment geen praktijktest afleggen. De woordenschat is gebaseerd op lichaamsdelen, feestdagen, voeding,… die eerder werd besproken in de lessen Frans.
Lesfragment
De leerlingen worden ingedeeld in 4 groepen. Op het startsignaal vertrekt één leerling per groep, in een zwemstijl naar keuze, naar de overkant van het zwembad. Aan de overzijde staat een doos met allemaal verschillende kaartjes. Op elk kaartje staat een woord dat behoort tot gekende woordenschat. De kaartjes worden opgedeeld in ‘verbes’, ‘adjectifs’ en ‘substantifs’ (zie figuur 1 en 2).
De leerling neemt een willekeurige kaart uit de doos en zwemt ermee terug naar zijn/haar ploeg. Van zodra de leerling een kaart trekt, mag de volgende leerling zo snel mogelijk naar de overkant zwemmen om op zijn/haar beurt een kaart te trekken.
Het doel is om per team zo veel mogelijk kaarten te verzamelen gedurende een 10-tal minuten. Na 10 minuten krijgen de leerlingen de tijd om per groep zo veel mogelijk verschillende en correcte zinnen te vormen.
Hierbij geldt:
- Elke zin moet één woord uit elke categorie bevatten (substantif, adjectif, verbe).
- Werkwoorden mogen vervoegd en substantieven/adjectieven mogen verborgen worden.
- Leerlingen mogen woorden naar keuze toevoegen (eventuele ‘verbindingswoorden’).
Elke correcte, volgens deze principes opgestelde zin levert één punt op. Het team met de meeste punten is de winnaar.
Tips
- I.p.v. alle kaarten door elkaar in één doos te stoppen, kan ook gewerkt worden met drie aparte dozen, per categorie. Op die manier kunnen leerlingen gericht een kaartje trekken uit de doos met de categorie die ze nodig hebben om volgens de criteria een volledige zin te vormen.
- Om te vermijden dat één leerling uit de groep al het denkwerk verricht, kunnen de kaarten van de groep per duo verdeeld worden. Elk duo krijgt dan drie kaarten (één uit elke categorie), een mini-whiteboard en een aangepaste stift van een bepaalde kleur. Elk duo schrijft een zin op een mini-whiteboard. De leraar verzamelt alle whiteboards en stiften en brengt ze per team naar de overkant van het zwembad. De teamleden zwemmen naar de overkant, nemen per duo hun eigen kleur van stift en het whiteboard van een ander duo en verbeteren indien mogelijk/nodig de zin van hun collega’s. Zo kan elk duo op een dubbele manier punten verdienen voor zijn team: eerst door een correcte zin geformuleerd te hebben (eerste kleur op het mini-whiteboard), vervolgens ook door correcte feedback te hebben voorzien op de zin van een mede-duo (tweede kleur op het whiteboard). Deze manier van werken biedt bovendien aan de leraar inzicht in het leerproces van de leerlingen: waar staan ze al in hun competentie om correcte zinnen te vormen? Wie slaagt erin om fouten van andere duo’s te verbeteren? Welke regels lijken nog niet verworven en worden best verder ingeoefend? enz.
Materialen
1. Overzicht van de gebruikte woordenschat
Verbes | Adjectifs | Substantifs |
---|---|---|
faire | beau | une hanche |
apprendre | gentil | un bras |
jouer | musclé | la poitrine |
aller | costaud | la nuque |
plier | difficile | des exercices physigues |
partir | énorme | la Pentecôte |
avoir | grand | Noël |
être | petit | l'Ascension |
prendre | bon | la Saint-Sylvestre |
célébrer | chouette | le français |
préparer | fatigué | l'éducation physique |
cuisiner | neuf | les arts plastiques |
voyager | ensemble | les mathématiques |
lever | seul | des exercices |
vivre | des hamburgers | |
construire | des spaghettis | |
une tarte aux fraises | ||
des crêpes | ||
la France | ||
l'Allemagne | ||
l'Espagne | ||
les Etats-Unis | ||
un peuple | ||
des Egyptiens | ||
les pyramides | ||
des esclaves |
2. Kaartjes met de woorden die gebruikt worden tijdens de les zwemmen.
apprendre
une hanche
jouer
un bras
aller
la poitrine
partir
la nuque
avoir
la Pentecôte
être
Pâques
prendre
la fête de Noël
célébrer
l'Ascension
préparer
la Saint-Sylvestre
cuisiner
le français
voyager
l'éducation physique
lever
les arts plastiques
plier
les mathématiques
faire
des crêpes
beau
des hamburgers
gentil
des spaghettis
musclé
une tarte aux fraises
costaud
la France
énorme
l'Allemagne
grand
l'Espagne
petit
les Etats-Unis
bon
des exercices
chouette
neuf
fatigué
ensemble
vivre
seule
construire
les Egyptiens
un peuple
les pyramides
fatigué
des esclaves
difficile
*** J O K E R ***
*** J O K E R ***
*** J O K E R ***

Referenties
Roose, E. (2021). CLIL in de BaSO aan de UCLL in Heverlee [Praktijkonderzoek, UC Leuven-Limburg].